Parkeer bij een rood waarschuwingslampje altijd uw auto op een veilige plaats, zet uw auto uit en neem
contact met ons op.
Wanneer een waarschuwingslampje oranje oplicht, is dient u uw voertuig te laten nakijken.
Maak dan een afspraak met onze werkplaats.
De gebruikte icoontjes zijn slechts ter illustratie en kunnen afwijken van de waarschuwingslampjes in uw
auto (zowel in afbeelding als betekenis). Raadpleeg daarom altijd uw voertuighandleiding.
Remmen of ABS-systeem
Dit lampje kan duiden op verschillende storingen.
Een te laag remvloeistof niveau, versleten remblokken, storing in het ABS systeem
Rijd niet verder en neem contact met ons op.
ABS-systeem
Er is een storing opgetreden in uw ABS-systeem.
Rijd niet verder en neem contact met ons op.
Olie
Of uw oliedruk is te laag, of de temperatuur van uw olie ligt te hoog.
Rijd niet verder en neem contact met ons op.
Koelsysteem/-vloeistof
Er is een storing opgetreden in uw koelsysteem.
Controleer het niveau van uw koelvloeistof en neem contact met ons op.
Remblokken
Uw remblokken zijn versleten, neem contact met ons op om de remblokken te laten vervangen.
Motormanagement
Er zijn problemen met de motor en/of elektronica van uw voertuig.
Rijd niet verder en neem contact met ons op.
Stabiliteitscontrole / ESP
Dit lampje is ene indicatie dat uw stabiliteitscontrole is uitgeschakeld.
Airbag(s)
Dit is een waarschuwing dat één of meerdere airbags zijn uitgeschakeld.
Brandstof
Uw brandstof heeft een laag niveau bereikt.
Wij adviseren om bij het eerstvolgende tankstation te tanken.
Ruitenwisservloeistof
Uw ruitenwisservloeistof heeft een laag niveau bereikt.
Vul uw ruitenwisservloeistof bij, of neem contact met ons op.
Bandenspanning
De druk in uw band(en) is te laag.
Neem contact met ons op om de bandenspanning weer op het juiste niveau te brengen.
Accu
De spanning van uw accu is te laag. Dit kan een kapotte accu betekenen.
Neem contact met ons op om uw accu te laten controleren.
Dimlicht
U heeft uw dimlicht ingeschakeld.
U moet ’s nachts minimaal met dimlichten aan rijden.
Groot licht
U heeft uw groot licht ingeschakeld. Hou rekening met tegenliggers en andere weggebruikers.
Overdag mag u geen groot licht voeren.
Mistlampen voor
U heeft de mistlampen aan de voorkant van uw auto ingeschakeld. De mistlampen voor mag u alleen gebruiken bij mist, sneeuwval of regen als daardoor het zicht verslechterd is.
De richtlijn die u aan kunt houden is minder dan 200 meter zicht.
Mistlampen achter
U heeft de mistlampen aan de achterkant van uw auto ingeschakeld.
De mistlampen achter mag u alleen gebruiken bij minder dan 50 meter zicht.
Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend.